Place de l'Opera, 2 juli 2016
door Mordechai Aranowicz
 
Puccini: Tosca, Bayerische Staatsoper, 1. Juli 2016
 
Toptrio zingt perfecte Tosca in München
De verwachtingen waren torenhoog voor de Tosca-herneming met Anja Harteros, Jonas Kaufmann en Bryn Terfel bij de Bayerische Staatsoper in München. De drie wereldsterren deden wat van hen verwacht werd en gaven een droom van een voorstelling.
 
Als je op de trappen voor het Münchner Nationaltheater talloze operafans ziet staan die vertwijfeld nog een kaartje proberen te bemachtigen, dan weet je dat je – in elk geval op papier – een veelbelovende opera-avond te wachten staat. Zo was het geval bij de opening van de Münchner Opernfestspiele 2016. Drie Tosca-voorstellingen met Anja Harteros, Jonas Kaufmann en Bryn Terfel lieten talrijke operaliefhebbers uit München en ver daarbuiten watertanden. Ze kwamen niet bedrogen uit.

Generalmusikdirektor Kirill Petrenko opende Puccini’s opera met de drie bekende akkoorden, en wel met een heftigheid die we zelden in München horen. Vervolgens leidde hij het Bayerische Staatsorchester door een hoogstaand optreden. Ieder aspect van de partituur liet hij tot zijn recht komen. Het orkest creëerde een conflictueuze spanning, waarbij het Te Deum een overweldigend muzikaal machtsvertoon van de clerus en de Roomse adel werd, met dank ook aan het geweldige Staatsopernchor (instudering Stellario Fagone). Een groots contrast met de poëtische, warme morgenstond aan het begin van de derde akte.

In de titelrol imponeerde Anja Harteros vocaal en theatraal. Met haar sterke présence beheerste ze van begin af aan het toneel, waarbij ieder gebaar, hoe klein ook, klopte. Waar ze in de dramatische passages gloeide van expressie, vertwijfeling en passie, betoverde ze op de lyrische momenten met haar warme, donkere sopraan, heerlijke legati en piani en moeiteloze hoogte. Het ‘Vissi ‘d’arte’ was bij haar een verbluffend moment van verstilling te midden van de vertwijfeling van die scène.

Harteros harmonieerde prachtig met de Cavaradossi van Jonas Kaufmann, die zijn partij eerder al bij de première van deze enscenering bij de Opernfestspiele van 2010 vertolkte. Publiekslieveling Kaufmann begon het ‘Recondita Armonia’ nog wat terughoudend, maar raakte snel daarna in vocale topvorm. Zijn baritonaal gekleurde tenor kreeg het publiek bij de ‘Vittoria’-uitroepen bijna op de stoelen en ‘E lucevan le stelle’ gaf hij met formidabele piani en indrukwekkende mezza voce indringend vorm.

Als Scarpia was Bryn Terfel te zien, die in allerbeste vorm was. Zijn knap gevoerde bas-bariton klonk zowel markant als elegant, zodat de ijskoude, genadeloze sadist op imponerende wijze realiteit werd. Aangrijpend was het hoe deze machtswellusteling, juist op het ogenblik dat hij Tosca in zijn greep dacht te hebben, door haar doodgestoken werd.

De kleine rollen droegen in deze voorstelling veel bij aan het muzikale succes. Goran Jurić (Angelotti), Christoph Stephinger (Mesner), Kevin Conners (Spoletta), Christian Rieger (Sciaronne) en de niet met name genoemde herdersjongen van het Tölzer Knabenchor lieten zich allen van hun beste kant horen.

Over de enscenering van de in november overleden Luc Bondy – een coproductie met de Metropolitan Opera en de Scala – is al veel geschreven. In het repertoire van de Staatsoper heeft de productie goed dienst gedaan. En met deze fantastische bezetting heeft de voorstelling duidelijk aan intensiteit gewonnen.

Te midden van het grote, enigszins droevige decor van Richard Peduzzi en gestoken in de fraaie historische kostuums van Oscar-winnares Milena Canonero kregen de zangers veel vrijheid. Er werd hun bijna niets in de weg gelegd in hun muzikale en theatrale vertolkingen. Bijna, zeg ik, want het einde van de tweede akte werd naar mijn mening tegen de muziek in geregisseerd. Na de moord op Scarpia plaatste Tosca geen crucifix en kaarsen bij het lijk, maar pleegde zelfmoord met een sprong uit het grote venster dat het decor domineerde. Voor mij sneed dat geen hout, aangezien de titelheldin kort daarvoor met alle kracht voor het leven van haar geliefde had gevochten en op dit moment in de opera nog aan een gelukkig einde geloofde… Waarom zou ze dat alles opeens weggooien met een zelfmoord?

Gelukkig was Scarpia’s zinnelijke omarming van een Madonnabeeld aan het einde van het Te Deum, iets wat bij de Metropolitan Opera in 2009 tot woedende reacties leidde, uit deze voorstelling gehouden. Daarnaast was het vaak door ‘bühnepech’ ontregelde slot, waarbij in plaats van de titelheldin een pop van het kasteel Sant’Angelo gegooid werd, veranderd in een ‘traditionele’ sprong.

Het publiek werd volledig meegesleept gedurende de avond, waarbij de spanning per akte steeg. Aan het einde was er een stormachtige ovatie voor de drie hoofrolzangers en voor Kirill Petrenko. Een waarlijk grote opera-avond!






 
 
  www.jkaufmann.info back top