|
|
|
|
|
Place de l'Opera, 6 januari 2014 |
door Mordechai Aranowicz |
|
Verdi: La forza del destino, München, 22. Dezember 2013, Vorstellung 5. Januar
|
|
Droompaar Harteros-Kaufmann siert Forza
|
|
In een oogwenk waren alle voorstellingen voor de nieuwe productie van La
forza del destino bij de Bayerische Staatsoper uitverkocht. Vocaal werd
dat animo zeker beloond, met het ‘Münchner Traumpaar’ Anja Harteros en Jonas
Kaufmann in de hoofdrollen. Theatraal was het een teleurstelling.
La
forza del destino was de tweede nieuwe productie van het seizoen in München.
Ik bezocht de vijfde voorstelling, toen de sterrenprestatie van Kaufmann en
Harteros – die voor het eerst samen in deze opera te zien waren – al lang en
breed bekend was.
De enscenering was voor mij een grote
teleurstelling. Regisseur Martin Kusej leek bij zijn werk weinig op de
kracht van de muziek te durven vertrouwen. Het doek ging al open tijdens de
beroemde ouverture. De familie Vargas – met zijn autoritaire hoofd, de
Marchese di Calatrava – zat aan een houten tafel te dineren. Die tafel, die
in vele sleutelscènes een rol speelde, moest de alomtegenwoordigheid van de
door een tragisch ongeval om het leven gekomen vader van Leonora
verduidelijken.
De regisseur hield, toegegeven, tot aan het einde toe
consequent vast aan zijn concept. Toch lukte het hem niet om meer over het
handelen en voelen van de personages te vertellen. In plaats daarvan
belastte hij de opera met veel aan het werk vreemde beelden, die ook nog van
de muziek afleidden. De verplaatsing van het drama naar het heden droeg ze
net zo weinig bij aan een dieper begrip van het werk als de deels smaakloze
Ground Zero- en Abu Ghraib-verwijzingen, die op de ingewikkelde
bühneconstructie van Martin Zehetgruber werden vertoond.
Het
doopritueel dat een Leonora-dubbelgangster tijdens ‘La vergine degli angeli’
bij de als sekte neergezette kloostergemeenschap moest ondergaan, was
storend en onnodig. Net als de seksorgie in het soldatenkamp in de derde
akte.
Pas in de slotscène, toen Anja Harteros (Leonora) bij ‘Pace,
pace mio Dio’ uit een gigantische berg vallende witte kruizen tevoorschijn
kwam, lukte het Kusej om een ontroerend beeld neer te zetten – maar dat was
voornamelijk te danken aan de zangeres, die de gehele avond schitterde. Met
haar in de hoogte blinkende sopraan, haar wonderschone legati en betoverende
piani zette de door het publiek geliefde Harteros een spannend portret van
de ongelukkige Leonora neer.
Jonas Kaufmann klonk tot aan Alvaro’s
aria in de derde akte nog wat terughoudend. Misschien een gevolg van de
verkoudheid, waardoor hij één van de voorafgaande voorstellingen had moeten
afzeggen? In het vervolg van de voorstelling hervond de publiekslieveling
niettemin zijn gebruikelijke vorm en zette het publiek met zijn zang en
bewogen spel aan tot een ovatie.
In de uitdagende duetten met de
lichte bariton van Ludovic Tézier harmoniseerde Kaufmann perfect. Tézier was
zijn partij van de wraakzuchtige Don Carlo di Vargas met bravoure meester.
Vitalij Kowaljow voelde zich met zijn zijden bas duidelijk meer op zijn
gemak in de rol van Padre Guardiano dan in de korte rol van Marchese di
Calatrava, terwijl Roberto Girolami als Fra Melitone een blijvende indruk
achterliet.
Preziosilla (Nadia Krasteva) werd door kostuumontwerpster
Heidi Hackl omgevormd tot ‘Domina’. Bij haar tweede entree moest ze een
figurant aan een leren riem over het toneel slepen. Ze zong haar partij met
veel passie en broeierige mezzoklanken, zonder echter in het ‘Rataplankoor’
registerbreuken te kunnen verhullen.
Het koor – ingestudeerd door
Sören Eckhoff – kweet zich met grote klankpracht van zijn taak. Dirigent
Asher Fish moest daarentegen aan het einde van de avond duidelijke blijken
van ongenoegen incasseren. Naast een paar prachtige momenten ontrak het zijn
directie vaak aan spanning. De ouverture was veel te hard en ongenuanceerd,
terwijl hij op andere momenten de muziek veel te lang uitrekte. Zelden kwam
alles daarom samen in een overtuigend geheel.
Terwijl het publiek de
zangers met enthousiast applaus bedankte, heerste er vanwege de enscenering
al in de pauze ontgoocheling. Het is de Bayerische Staatsoper aan te bevelen
om in toekomstige Verdi-ensceneringen meer op de kracht van de muziek te
vertrouwen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|